Je cyclus begint op de eerste dag van je menstruatie. Tijdens die menstruatie wordt het opgebouwde baarmoederslijmvlies afgestoten, omdat er geen bevruchting heeft plaatsgevonden. Daarna start je lichaam opnieuw met voorbereiden op een mogelijke zwangerschap. In deze fase – de folliculaire fase – zorgen hormonen, vooral oestradiol, ervoor dat het baarmoederslijmvlies weer dikker wordt en er kleine bloedvaatjes en klieren ontstaan. Dat maakt de baarmoeder klaar voor een bevruchte eicel om zich in te nestelen.
Ook het slijm bij de ingang van de baarmoederhals (cervixslijm) verandert in deze fase. Normaal is dat slijm dik en ondoorgankelijk voor zaadcellen. Maar richting de ovulatie wordt het glashelder, rekbaar en glad, waardoor zaadcellen er makkelijker doorheen kunnen. Dat verschijnsel wordt de ‘Spinnbarkeit’-factor genoemd, en is een duidelijk teken dat je ovulatie eraan komt.
Rond dag 14 van een cyclus van 28 dagen vindt de ovulatie meestal plaats. Het rijpe eitje springt dan uit de eierstok en begint aan zijn reis door de eileider. Na deze eisprong kom je in de luteale fase terecht. Het lege follikelzakje in de eierstok verandert in het corpus luteum (gele lichaam) en gaat het hormoon progesteron aanmaken. Dit hormoon zorgt ervoor dat het baarmoederslijmvlies verder wordt klaargemaakt voor een eventuele innesteling. Het slijm in de baarmoederhals wordt dan weer dikker, zodat er geen nieuwe zaadcellen meer kunnen doorkomen.
Als er bevruchting plaatsvindt, gebeurt dat meestal in de eileider. Een zaadcel dringt de eicel binnen, en vanaf dat moment sluit de eicel zich af voor andere zaadcellen. De bevruchte eicel begint daarna aan een reis naar de baarmoeder om zich daar in te nestelen. Vindt er geen bevruchting plaats, dan sterft het corpus luteum af, dalen de hormoonspiegels, en volgt er weer een menstruatie.

Niet iedere vrouw heeft een cyclus van precies 28 dagen. Veel cycli duren ergens tussen de 21 en 35 dagen, en dat betekent dat ook het moment van ovulatie kan variëren. Door goed op je lichaam te letten – bijvoorbeeld op veranderingen in je cervixslijm – kun je beter inschatten wanneer jouw ovulatie plaatsvindt. Dat helpt als je graag zwanger wilt worden.